In Nederland zijn veel jonge kinderen met een andere moedertaal dan het Nederlands. Om deze kinderen en hun ouders een plek te geven in onze maatschappij, is het fijn om zo vroeg mogelijk met het Nederlands te beginnen. De taalgevoelige periode duurt maar tot het zesde levensjaar, daarom is het essentieel dat jonge kinderen en hun ouders hier goed in begeleid worden.
Maar wat is dan de juiste begeleiding?
Na 20 minuten zitten is ons brein al bijna niet meer actief. Met baby's, peuters en kleuters zitten, is eigenlijk nutteloos; zij leren het meest door te bewegen en te spelen. Door met hun lichaam en hun zintuigen concepten te ervaren (zoals hoog en laag, breed en smal, vormen, gooien met blaadjes, hun lichaamsdelen laten dansen op muziek) waar vervolgens door een professionele begeleider met een Nederlandse moedertong de juiste begrippen bij worden benoemd.
Hij luistert he-le-maal niet!
Zo was ik een paar jaar geleden in Gouda op een basisschool in een kleuterklas. De leerkracht waarschuwde me van tevoren al: "Van hem hoef je niets te verwachten hoor, hij komt net uit Polen en hij doet zo vervelend in de klas. Hij doet niet eens mee aan een kringgesprek en hij luistert ook he-le-maal niet." Meestal moedig ik leerkrachten aan om de les mee te doen, maar deze leerkracht had volgens mij een ander beeld nodig van deze leerling. Ik vroeg haar om aan de kant te gaan zitten en om de kinderen te observeren.
Zo gezegd, zo gedaan. De jongen kroop rechts achterin de hoek, niet echt van plan om er nog uit te komen. Gelukkig had ik mijn toverstokjes meegenomen. "Kom allemaal maar eens lekker bij me zitten." begon ik dapper. Gelukkig, de jongen zag de toverstokken en kwam er ook bij zitten. "Het is koud vandaag hè, brrrrrr!" poogde ik, met mijn handen wrijvend over mijn armen. Hij knikte, wreef ook met zijn handen over zijn armen. Ik danste de Skaters Waltz met deze kleuterklas. Een fijne sfeer en in de tussenstukjes zitten steeds 5 accenten waarop we met onze toverstok ineens allemaal een rondje konden draaien op het ijs. Precies op de maat. Na een keer proberen wisten alle kinderen waar ze aan toe waren, nu gingen we het hele muziekstuk uitdansen; ze mochten het aantal draaien ook benoemen: 1e 2e 3e 4e 5e.
De jongen klaarde op. Muziek aan en zwieren maar! Alle kinderen oefenden met schaatsen, achteruit en vooruit. Door af te kijken bij de andere kinderen wist hij ook wat de bedoeling was. Toen kwam het eerste tussenstukje, de spanning was voelbaar in het speellokaal. De juf zat met een rechte rug en haar wenkbrauwen omhoog te wachten op wat haar kinderen zouden doen. Meestal draaien alle kleuters de eerste keer vaak lekker op hun eigen timing en roepen een keer "4! Eh... 5!" tussendoor. De jongen keek omhoog, luisterde naar de impuls vanuit de muziek en draaide precies op de telling zijn 5 rondjes. Met een grote glimlach keek hij daarna naar de kant waar zijn juf en ik een feestje vierden. Sinds dat moment hoorde hij erbij, had hij ook zijn plek gevonden in de klas. En zijn juffrouw kon hem met andere ogen bekijken doordat ze even afstand had kunnen nemen van haar druktemakers.
